Begroting 2019 - 2022

Uiteenzetting van de financiële positie

Ontwikkelingen 2019-2022

Bedragen x 1.000

Budgettair kader

2019

2020

2021

2022

Baten

Stand ontwerpbegroting 2018

389.314

382.026

382.628

381.385

Raadsbesluiten na vaststelling begroting

983

-8

-604

-756

Nieuwe ontwikkelingen Baten

A

Kadernota

4.394

4.394

4.392

4.388

B

Actualisatie Kadernota

8.262

8.735

9.863

10.766

C

Budgettair neutrale wijzigingen

14.244

19.559

11.740

20.424

D

Aanpassing budgettair beeld als gevolg van voorstellen

-135

-117

358

158

Totaal baten budgettair kader

417.062

414.589

408.377

416.365

Lasten

Stand ontwerpbegroting 2018

389.314

382.026

382.628

380.107

Raadsbesluiten na vaststelling begroting

855

-118

-691

-1.128

Nieuwe ontwikkelingen Lasten

A

Kadernota

3.380

3.382

3.375

4.848

B

Actualisatie Kadernota

7.516

8.706

10.036

10.972

C

Budgettair neutrale wijzigingen

14.244

19.559

11.740

20.424

D

Aanpassing budgettair beeld als gevolg van voorstellen

1.419

-1.436

-450

-254

Totaal lasten budgettair kader

416.727

412.118

406.639

414.969

Saldo budgettair kader

334

2.470

1.738

1.397

E

Oplossingen

4.834

3.795

4.786

4.354

F

Bijstelling toevoeging (weerstands)vermogen

-5.168

-6.266

-6.524

-5.751

Saldo Programmabegroting

0

0

0

0

Toelichting:
A. Kadernota
Hierin staan de posten die al aan uw Raad zijn gepresenteerd in het budgettair beeld uit de Kadernota 2019. In het saldo van de Kadernota 2019 waren de verwachte voor- en nadelen uit de VoRap 2018 verwerkt.

Onderdeel van de Kadernota 2019 was onder andere de prijsinflatie. Bij vaststelling van de 1e Wijziging Programmabegroting 2018-2021, in december 2017, heeft uw raad besloten geen inflatie toe te passen op de materiële budgetten 2019, uitgezonderd het sociaal domein, om zodoende alle activiteiten gelijkelijk te laten delen in het opvangen van het concernbrede budgettaire tekort. Zoals in de Kadernota 2019 aangegeven, is dit budgettair verwerkt in de begrotingscijfers.

Uw raad heeft de opdracht gegeven om bij te sturen op de verwachte nadelen uit de VoRap 2018, zodat een sluitend meerjarenperspectief gepresenteerd kan worden. Het saldo van de Kadernota is daarom aangepast: de verwachte nadelen uit de VoRap 2018 zijn uit het saldo van de Kadernota geëlimineerd. Daar waar bijsturing op nadelen niet mogelijk geacht wordt, zijn deze nadelen meegenomen in begrotingsvoorstellen.

B. Actualisatie Kadernota
Na de Kadernota 2019 is gestart met de begrotingsvoorbereiding. Daarbij is het budgettair beeld uit de Kadernota geactualiseerd. Dit beeld ten opzichte van de Kadernota is  naar beneden bijgesteld, als gevolg van de bespaarde rente die wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Op 27 juni 2018 is de Kadernota 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierbij is onder andere besloten de rente toe te voegen aan het vermogen in plaats van in te zetten ten gunste van de exploitatie.

Mei circulaire 2018
Daarnaast is in dit onderdeel de meicirculaire 2018 verwerkt.  De algemene uitkering uit het gemeentefonds stijgt substantieel als gevolg taakmutaties en stijging van de integratie uitkering sociaal domein met ruim € 6 miljoen in 2019 oplopend naar ruim € 7 miljoen in 2022. Tegenover deze middelen staan ook lasten en worden in de begroting toegelicht bij de begrotingsclaims en in de paragraaf  financieel perspectief sociaal domein.

Netto resultaat mei circulaire (accressen)
Het netto resultaat van de mei-circulaire bedraagt € 2,1 miljoen in 2019 oplopend tot € 3,6 miljoen in 2022. Zoals bij de kadernota gepresenteerd ogen de accressen positief. De ontwikkelingen van deze accressen blijven nog altijd omgeven met onzekerheden voor wat betreft programmatische afspraken inzake co-financiering enveloppengelden: Bijdragen aan de realisatie van opgenomen doelen zoals klimaatdoelen, bestrijding van schulden, toekomstbestendig wonen of een vitaal platteland. Tevens worden deze kabinetsperiode diverse verdeelmodellen herijkt.

In reactie op het door het kabinet en decentrale overheden gesloten bestuursakkoord hebben wij - per brief - onze bedenkingen aangegeven. Immers, gegeven het door het rijk ingeboekte opschalingskorting, de bezuinigingen op de gedecentraliseerde taken en de genoemde ontwikkelingen en onzekerheden wordt expliciet benadrukt dat onze lokale middelen met voorrang zullen worden ingezet ter dekking van de eigen doelen, ambities en problematiek alvorens zij middelen voteren voor zaken die hieraan niet in directe zin bijdragen (en zoals die zijn opgenomen in het IBP). Daarnaast staan we voor een grote opgave voor wat betreft invulling van de maatregelen in deze begroting die daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden en hebben we nog een substantiële opgave binnen het sociaal domein. De voordelen zullen eerst 'hard' moeten zijn alvorens een keuze gemaakt kan worden voor wat betreft de inzet van middelen.

Conform raadsbesluit Kadernota 2019 voegen we voordelen toe aan het eigen vermogen. Gezien alle onzekerheden en de substantiële opgaven wordt  voorgesteld ter grootte van het resultaat van de algemene uitkering een buffer op te nemen in de gemeentelijke exploitatie alvorens deze daadwerkelijk toe te voegen aan het weerstandsvermogen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 1,5 miljoen in 2019, € 2 miljoen in 2020, € 2,7 miljoen in 2021 en € 3,6 miljoen in 2022. Daarnaast wordt, incidenteel voor 2019,  € 0,6 miljoen ter dekking voor "Amendement Programmabegroting 2019-2022, bij Raadsvoorstel 61" ingezet.

C. Budgettair neutrale wijzigingen
De grootste mutaties in deze categorie hebben betrekking op de actualisatie van verwachte kosten en opbrengsten van (majeure) projecten die betrekking hebben op grondexploitaties. Deze grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd volgens de meest recente berekeningen en planningen (zie tevens de nota Grondbedrijf).

D. Aanpassing budgettair beeld als gevolg van voorstellen
Na vaststelling van de kadernota heeft een inventarisatie plaatsgevonden van begrotingsvoorstellen. De inventarisatie vond plaats tegen de achtergrond van aangescherpte kaderstelling zoals opgenomen in de Kadernota 2019.
De begrotingsvoorstellen, exclusief de budgettair neutrale wijzigingen, leiden op totaalniveau tot onderstaande bijstellingen:

Bedragen x 1.000

2019

2020

2021

2022

Baten nieuwe voorstellen

-135

-117

358

158

Lasten nieuwe voorstellen

1.419

-1.436

-450

-254

Saldo nieuwe voorstellen

-1.553

1.319

807

412

Navolgend worden de verschillende begrotingsvoorstellen > € 100.000 per kwadrant toegelicht.  

Bedragen x 1.000

Nieuwe voorstellen

2019

2020

2021

2022

Kwadrant I Ambitie, Wettelijk

526

769

644

517

Kwadrant II Geen ambitie, Wettelijk

169

195

279

231

Kwadrant III Ambitie, Niet wettelijk

-3.363

-2.277

-2.208

-2.205

Kwadrant IV Geen ambitie, Niet wettelijk

1.114

2.632

2.092

1.869

Totaal nieuwe voorstellen

-1.553

1.319

807

412

Bedragen x 1.000

Nieuwe voorstellen kwadrant I
Ambitie, Wettelijk

2019

2020

2021

2022

Begrotingswijziging budgettair kader sociaal domein

266

485

317

153

BUIG

900

900

900

900

Kostendekkendheid rioolheffing 2019

80

104

130

137

Veiligheidsregio

-635

-656

-683

-653

Overige voorstellen < € 0,1 miljoen

-85

-64

-21

-21

Totaal kwadrant I Ambitie, Wettelijk

526

769

644

517

De voorstellen in kwadrant I zijn wettelijk verplicht en sluiten aan bij de in de kadernota benoemde ambities en afspraken. Deze dienen minimaal gehandhaafd te worden op het minimum uitvoeringsniveau waarbij er bestuurlijk discussie kan plaats vinden over het gewenste ambitieniveau.

Begrotingswijziging budgettair kader sociaal domein
Een uitgebreide onderbouwing van deze begrotingswijziging is te vinden in de paragraaf "financieel perspectief sociaal domein", onderdeel "programmabegroting 2019-2022".

BUIG
BUIG staat voor Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten en betreft het budget dat gemeenten jaarlijks van het Rijk ontvangen om uitkeringen van te betalen.
Op grond van de bestandsontwikkelingen van 2017 en de verwachtingen voor 2018, is een doorkijk gemaakt naar het bestandsvolume in 2019. Rekening houdend met dit bestandsvolume en het huidige budget achten we een voordeel van 2% reëel. Hiermee doorbreken we een trend van een tekort op de BUIG. In 2017 was er al sprake van een overschot terwijl 75% van alle gemeenten in Nederland een tekort hadden.
Wij verwachten op basis van deze trend een nog gunstiger scenario. Dit komt door:

  • Macro economische omstandigheden
  • Reeds ingezette lijn aanvalsplan Venlo Werkt
  • Lijn met betrekking tot verdere verbetering bedrijfsvoering en dienstverlening binnen het domein    

Participatiewet
We gaan in de tweede helft van 2018 verder aan de slag met inzet van het revolving fund. De huidige projecten, al dan niet uit het aanvalsplan Venlo Werkt, worden periodiek gemonitord en/of bijgesteld. Daarnaast worden nieuwe projecten opgeleverd middels een cijfermatig plan van aanpak waarbij landelijke kennis en ervaring als best practices zullen worden ingezet voor het behalen van optimale resultaten.
In programma 3 wordt meer toelichting gegeven over de achtergronden m.b.t. de BUIG.
Kostendekkendheid rioolheffing 2019
Betreft bijstelling baten rioolheffing op basis van 100% kostendekkendheid. Dat betekent dat de begrote kosten voor riolering volledig gedekt worden door de begrote baten. Het betreft een relatief beperkte bijstelling na doorrekening van de begroting 2019. Als uitgangspunt is de in december 2017 door de raad vastgestelde financiële actualisatie exploitatie riolen 2017-2026 genomen. Daarop zijn enkele mutaties doorgevoerd zoals inflatiecorrectie, actualisatie kapitaallasten, herberekening overhead, loonkostenverdeling en loonkostenindexatie.

Veiligheidsregio
Het bedrag á € 650.000 (meerjarig) is als volgt opgebouwd:

  • De Raad van de gemeente Venlo heeft bij de begrotingsbehandeling 2018 besloten dat in 2018 en 2019 geen prijsindex wordt toegepast. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft daarentegen besloten dat in beide jaren een prijs- en loonindex wordt toegepast. Gevolg is dat de gevraagde bijdrage aan Venlo niet gedekt kan worden uit de beschikbare budgetten. Totaal nadeel € 390.000.
  • Door de veiligheidsregio is aangegeven dat vanaf 2018 een structureel tekort ontstaat over de looncomponent, totaal circa 1,2 miljoen. Inschatting is dat dit voor Venlo een nadeel betekent van ca. € 240.000. Dit tekort heeft een structurele doorwerking naar 2019 en verder.
  • De inkomsten openbaar meldsysteem vallen structureel weg, hetgeen tot een nadeel van € 37.000 leidt.
  • De bijdrage aan de algemene reserve valt incidenteel weg, hetgeen tot een incidenteel voordeel van €  30.000 leidt.
  • Het restant betreft afrondingsverschillen.

Vanaf 2019 worden de middelen voor het Rijksvaccinatieprogramma niet meer aan de Veiligheidsregio toegekend, maar rechtstreeks aan de gemeenten. Gevolg is dat de bijdrage aan de Veiligheidsregio met € 150.000 stijgt. Dit bedrag is niet in deze claim opgenomen, aangezien deze middelen in de decembercirculaire aan de algemene uitkering worden toegevoegd. Risico is dat het bedrag in decembercirculaire afwijkt van de bijdrage die Venlo moet betalen.
In programma 2 wordt meer toelichting gegeven over de achtergronden m.b.t. de Veiligheidsregio.

Bedragen x 1.000

Nieuwe voorstellen kwadrant II
Geen ambitie, Wettelijk

2019

2020

2021

2022

Actualisatie afvalstoffenheffing 2019-2023

219

241

245

227

Overige voorstellen < € 0,1 miljoen

-49

-46

34

5

Totaal kwadrant II Geen ambitie, Wettelijk

169

195

279

231

De voorstellen in kwadrant II zijn wettelijk verplicht, maar sluiten niet per se aan bij de in de kadernota benoemde ambities en afspraken. Deze kunnen worden vorm gegeven en uitgevoerd op het (wettelijk) minimum uitvoeringsniveau.

Actualisatie afvalstoffenheffing 2019-2023
De lasten in de meerjarenbegroting 2019-2023 zijn structureel bijgesteld op basis van historische cijfers en ook op basis van verwachte prijsontwikkelingen na afloop van enkele contracten. Dit leidt tot een stijging van kosten forser dan verwacht. Daarnaast blijkt de invoering van omgekeerde afvalinzameling gecompliceerder dan verwacht. De eerste kleine proeven met een eenvoudige variant van omgekeerd inzamelen leidde tot relatief veel vervuiling van het PMD waardoor deze alleen geschikt was om te recyclen als er een grove voorscheiding plaats vond. Een tweede grotere proef leidde na diverse aanpassingen wel tot het beoogde resultaat maar betekende ook veel maatwerk en dus kosten. Samengevat komt het erop neer dat omgekeerd inzamelen wel de reductie van hoeveelheid restafval per persoon per jaar kan opleveren maar de forse kostenbesparing deels teniet wordt gedaan door de kostenstijging. Daarnaast vinden intussen ook technologische (door)ontwikkelingen plaats, die het omgekeerd inzamelen weer in een ander daglicht plaatsen. Zo zijn er ontwikkelingen ten aanzien van het verwerken van gecombineerde afvalstromen, waardoor niet langer bepaalde afvalstromen gescheiden hoeven te worden en het wellicht zelfs niet meer gewenst is om sommige afvalstromen te scheiden. Ook het weggevallen van de baten voor textiel is in de meerjarenbegroting verwerkt. Op basis van deze begroting zal de egalisatiereserve vanaf 2020 rond het gewenste saldo van € 1.000.000 uitkomen. Extra onttrekkingen zijn daarom vanaf 2020 niet meer in de begroting opgenomen. Dat betekent dat, uitgaande van 100% kostendekkendheid, de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing fors moeten stijgen ten opzichte van 2018. Het tarief voor afvalstoffenheffing zal hierdoor in 2019 met 11% stijgen. Voor meer toelichting op het tarief wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

Bedragen x 1.000

Nieuwe voorstellen kwadrant III
Ambitie, Niet wettelijk

2019

2020

2021

2022

Besparingsverlies Taakstelling dereg/minder toez.bur.cr (A8)

-155

-155

-155

-155

Besparingsverlies Taakstelling Subsidiebeheer (A7)

-211

-211

-211

-211

Onrendabele investeringen BV Campus Vastgoed Greenport

-1.000

Problematiek dekking projecturen

-1.895

-1.881

-1.881

-1.886

Overige voorstellen < € 0,1 miljoen

-101

-30

40

47

Totaal kwadrant III Ambitie, Niet wettelijk

-3.363

-2.277

-2.208

-2.205

De voorstellen in kwadrant III sluiten veelal aan bij de in de kadernota benoemde ambities en afspraken, maar zijn niet wettelijk verplicht. Er kan bestuurlijk discussie plaats vinden over het gewenste ambitieniveau.

Besparingsverlies Taakstelling dereg/minder toez.bur.cr (A8)
Deregulering en vermindering van handhaving waren in het vorige coalitieprogramma benoemd als maatregelen die niet alleen, gegeven de maatschappelijke ontwikkelingen, gewenst zijn maar daarnaast ook nodig om budgettaire ruimte te creëren voor nieuwe ambities en bestuurlijke wensen. In oktober 2016 is een werkgroep aan de slag gegaan met deze opdracht.
In de begroting 2017 is een tweetal concrete voorstellen opgenomen (op het gebied van veiligheid- en handhavingsbudgetten en tijdelijke formatie VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving)) die een bescheiden begin maakten met de invulling van deze € 400.000 grote taakstelling. Wij hebben moeten vaststellen dat een verdere invulling van de taakstelling niet haalbaar is. Dit heeft een aantal oorzaken:

  • Diverse bestuursopdrachten en taakstellingen hebben elkaar de afgelopen jaren danig in de wielen gefietst. Besparingen die gedaan zijn, kwamen ten goede aan andere taakstellingen (vb. budgettair kader sociaal domein).
  • Een groot aantal (beleids)keuzes zijn in de afgelopen jaren gemaakt die tegen de taakstelling ingaan. Zo is het aantal camera’s sterk toegenomen.
  • De op het eerste oog positieve ontwikkelingen, zoals de komst van de Omgevingswet en de komst van één team waar handhaving wordt ondergebracht, zijn nog te abstract en te ver weg in tijd om daar financiële besparingen aan te koppelen.

Besparingsverlies Taakstelling Subsidiebeheer (A7)
In het coalitieprogramma 2014-2018 was een structurele taakstelling opgenomen van € 250.000. Deze taakstelling zou moeten worden gerealiseerd door het efficiënter inrichten en uitvoeren van het proces van subsidieverlening. In het kader van het project ‘Herontwerp subsidiestelsel’ is hiernaar onderzoek verricht. Wij hebben vastgesteld dat het niet haalbaar is om het proces van subsidieverlening zo in te richten dat hiermee substantiële besparingen kunnen worden gerealiseerd. Dit proces van subsidieverlening wordt namelijk uitgevoerd door een beperkt aantal medewerkers en het anders inrichten van dit proces leidt niet tot het vrijvallen van capaciteit van deze medewerkers. Wij zien wel mogelijkheden in een totale herijking van het subsidiebeleid. Voor meer toelichting hierop verwijzen wij naar paragraaf E. Afwegingskader en oplossingsmaatregelen in dit hoofdstuk.
Onrendabele investeringen BV Campus Vastgoed Greenport
De ontwikkeling van de Brightlands campus Greenport Venlo verloopt voorspoedig. Echter de exploitatieresultaten van de BV Campus Vastgoed zijn tot nu toe negatief en dat zal de komende jaren waarschijnlijk zo blijven. Dat betekent dat er door de aandeelhouders bijgestort moet worden. Dat geldt zowel voor rendabele investeringen als onrendabel investeringen. De meerjarenraming laat een totaal financieel vraagstuk van circa € 13,5 mln. zien. Dit bestaat uit

  • het afdekken van € 4,5 mln. exploitatietekorten en
  • € 5 mln. rendabele investeringen en € 4 mln. noodzakelijke onrendabele investeringen.

De provincie neemt de financiering van de toekomstige rendabele investeringen ad. € 5 mln. voor haar rekening. Voor de negatieve resultaten van de BV Campus Vastgoed is in onze jaarrekening een voorziening opgenomen. Gezien de financiële positie van de gemeente (effect op weerstandsvermogen, solvabiliteit en schuldquote) wordt geadviseerd geen verdere leningen te verstrekken.

De BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo laat daarentegen wel zeer positieve resultaten zien. Deze BV richt zich met name op de uitgifte van (grote) bedrijfskavels..
Wij zijn als aandeelhouder in de beide Bv’s voornemens om een participatie BV op te richten waarin beide Bv’s worden ondergebracht zodat de verliesresultaten van de BV Campus Vastgoed BV kunnen worden gecompenseerd met de positieve resultaten van de BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo. Besluitvorming over de oprichting van deze participatie BV zal op korte termijn kunnen plaatsvinden
Per saldo betekent dit bij oprichting van de nieuwe participatie BV dat de vrijval van de bij de jaarrekening 2018 te treffen verliesvoorziening van de BV Campus Vastgoed ad. € 1,124 mln. ingezet zou kunnen worden ter dekking van een agiostorting voor afdekking van de exploitatietekorten.

In de AvvA BV Campus Vastgoed van 7 juni 2018 is, n.a.v. de aangepaste meerjarenraming met een verdere verdieping vastgesteld, wel de kanttekening gemaakt dat de directie van de BV Campus Vastgoed geen investeringsuitgaven kan doen in het kader van de meerjarenbegroting zolang er bij de aandeelhouders geen besluitvorming heeft plaatsgevonden over noodzakelijke integrale financiering van de Campus.

Hiernaast stellen we voor om de directie van BV Ontwikkelbedrijf te laten onderzoeken op welke termijn extra dividenduitkeringen van de BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo een oplossing kunnen bieden voor de overige exploitatietekorten.
Het aandeel van de gemeente Venlo in de benodigde agiostorting voor de onrendabele investeringen bedraagt ca. € 1 mln.

Voorgesteld wordt het aandeel van de gemeente Venlo in deze onrendabele investeringen ad. € 1 mln. als agiostorting in de begroting 2019 op te voeren. Gelijk tijdig zal deze agiostorting middels een storting in de verliesvoorziening Campus Greenport afgewaardeerd dienen te worden.

Problematiek dekking projecturen
Onderhavig voorstel schetst de al jaren slepende problematiek rondom het dekkingstekort van projecturen in de organisatie en biedt een voorstel voor een andere dekkingswijze.

Concreet worden de volgende vier aanpassingen voorgesteld:

  • Verlagen van in de begroting toegerekende beleidsuren aan projecten.
    Beleidsuren horen steeds meer bij de publieke taak van de gemeente en dienen bekostigd te worden  uit publieke (lees: algemene) middelen. De capaciteit blijft daarmee beschikbaar voor reguliere werkzaamheden en vastgestelde ambities. Dit zou betekenen dat voor een bedrag van € 1.175.000 (PKB inclusief overhead) van de beleidsteams uit de algemene middelen gedekt zou moeten worden.
  • Oplossen “ongedekte uren”.
    Betreft inzet van projectleiders en –ondersteuners op urgente en prioritaire werkzaamheden. Deze werkzaamheden brengen echter géén projectdekking met zich mee, zodat de hieraan bestede tijd onmiddellijk een financieel nadeel met zich meebrengt. Dit zou betekenen dat voor een bedrag van € 755.000 (PKB inclusief overhead) uit de algemene middelen gedekt zou moeten worden.
  • Nieuwkomers in team Proces- en projectmanagement
    Medewerkers vanuit andere disciplines zijn aan het team Project- en procesmanagement toegevoegd. Ook deze nieuwkomers in team Proces- en Projectmanagement dienen zoveel mogelijk declarabele projecturen te schrijven. Bij nieuwe kredieten zal voortaan rekening gehouden te worden met deze loonkosten. Dat sluit ook aan bij de beleid zoals vastgelegd in de Notitie kostentoerekening en de Notitie investeringsbeleid. Dit zal leiden tot hogere kapitaallasten welke wegvallen tegen de uit de kredieten gedekte loonkosten. Voorshands wordt de besparing PM geraamd.
  • Indirecte uren administratie en beheer Grondbedrijf.
    Voorgesteld wordt om de functies van de medewerkers van het Grondbedrijf, de planeconomen en de juristen Vastgoed aan te blijven merken als geheel of gedeeltelijk ondersteunend aan het primaire proces Grondexploitatie. De loonkosten worden voortaan periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per kwartaal) geheel of gedeeltelijk  toegerekend aan de grondexploitatieprojecten, inclusief een opslag voor overhead. De evenredige toerekening kan gebaseerd worden op de daadwerkelijk gerealiseerde plankosten door het team Proces- en projectmanagement in de afgelopen periode.  Samenvattend betekent dit een andere manier van toerekening van kosten.

Bedragen x 1.000

Nieuwe voorstellen kwadrant IV
Geen ambitie, Niet wettelijk

2019

2020

2021

2022

Actualisatie kapitaallasten 2019-2022

1.462

2.378

1.811

1.137

Areaaluitbreiding - 2019

650

650

650

650

Behoud cultureel erfgoed

-135

Binnensportaccommodaties begroting 2019-2022

-240

BTW laag tariefverhoging

-109

-109

-109

-109

Dividend Enexis

111

111

111

111

Doorschuiven investeringen ondertunneling Vierpaardjes met één jaar

450

Parkeerhandhaving kostendekkendheid

-210

Vervallen huuropbrengst AZC

-183

-183

-183

-183

Vervallen huuropbrengsten KCV en Omroep Venlo

-100

-100

-100

-100

Overige voorstellen < € 0,1 miljoen

-132

-116

-88

-88

Totaal kwadrant IV Geen ambitie, Niet wettelijk

1.114

2.632

2.092

1.869

De voorstellen in kwadrant IV zijn niet wettelijk verplicht en sluiten niet per se aan op de in de kadernota genoemde ambities en afspraken.

Actualisatie kapitaallasten 2019-2022
Betreft actualisatie  kapitaallasten en financiering 2019 - 2022 op basis van bestaand beleid. In de paragraaf "ontwikkelingen kapitaallasten" wordt meer toelichting gegeven op de achtergronden m.b.t. de actualisatie van de kapitaallasten.

Areaaluitbreiding - 2019
Betreft de areaaluitbreiding 2019 en heeft voornamelijk betrekking op oplevering van een aantal grote projecten, te kenmerken als "niet-woningen".
Behoud cultureel erfgoed
Eind 2017 is de ambitie behoud  cultureel erfgoed voor de binnenstad in de vorm van wonen boven winkels opnieuw geactiveerd. Aanleiding is de toenemende vraag naar starterswoningen en huisvesting in het middelhoge segment. Met name wonen in erfgoed in de binnenstad is populair. Recente projecten waaronder de Puddingfabriek, Kerkepäortje, Vennelo en Nedinsco (waarbij de belangstelling vele malen groter was dan het aanbod) tonen dit aan. Daarnaast komt de vastgoedmarkt zelf in beweging. Winkelpanden zijn niet meer louter voor detailhandel op de begane grond rendabel. De behoefte aan grote aangesloten winkelruimtes neemt af, dus zijn vastgoedeigenaren op zoek naar alternatieven. Woningen in het lage en middelhoge segment op de verdiepingen bieden in veel gevallen uitkomst. De gemeente is met diverse vastgoedpartijen in gesprek. Het initiatief komt van buitenaf. De aandacht ligt met name op de hoofdwinkel straten (A-straten en aansluitende B-straten). Hier is de problematiek het grootst, omdat in deze straten van oudsher winkelketens waren gevestigd waarbij de bovenverdiepingen onbenut bleven. In deze straten liggen veel rijks- en gemeentelijke monumenten, behorend tot het middeleeuwse erfgoed van Venlo. Door louter gebruik van de begane grond en leegstand op de verdiepingen is bij veel panden verval ingetreden. In een aantal geval is zelfs ernstige verkrotting aan de orde en is de situatie nijpend, waardoor het voortbestaan van het erfgoed in het geding is. Nu de vastgoedmarkt zelf in beweging komt en de vraag naar woningen in de binnenstad toeneemt, dient het moment zich aan om leegstand, verval en verkrotting aan te pakken en een halt toe te roepen. Daarmee zijn meerdere belangen gediend:

  • leegstaande verdiepingen worden ingevuld, waarmee de levendigheid van de binnenstad toeneemt
  • er kan invulling worden gegeven aan de vraag naar (bijzondere en goedkopere) woningen in de binnenstad
  • waardevol middeleeuws erfgoed wordt behouden en benut en kan zichtbaar en beleefbaar worden gemaakt, wat de attractiviteit van de binnenstad ten goede komt

Het geschikt maken van vervallen panden voor bewoning is geen sinecure. Omdat vaak sprake is van een forse onrendabele top haken veel initiatiefnemers af. Het onrendabele deel zit met name in herstel van het (historische) casco, het ontsluiten van de woningen en noodzakelijke bouwkundige maatregelen zoals brandcompartimentering. Door een tegemoetkoming in de onrendabele kosten van overheidswege kunnen projecten wel haalbaar en succesvol worden gemaakt. De Puddingfabriek is hiervan een voorbeeld. Aan dit project heeft de gemeente € 45.000 bijgedragen. Vanwege de gemeentelijke inzet was ook de provincie bereid om 350.000 te investeren. De totale investeringen bedroegen € 1,2 mln. waarvan ruim € 800.000 door de eigenaar zelf.
Op dit moment is de gemeente in gesprek met drie initiatiefnemers om wonen boven winkels te realiseren. De initiatieven zijn vergelijkbaar met de Puddingfabriek. Echter, de bestaande erfgoedmiddelen zijn niet toereikend om deze initiatieven vlot te trekken, ook omdat deze voor 2018 en voor een belangrijk deel ook voor 2019 zijn toebedeeld aan reeds lopende projecten. Als de gemeente nieuwe initiatieven geen helpende hand kan bieden, is de kans zeer groot dat de initiatiefnemers afhaken. Voorgesteld wordt daarom om voor 2019 aanvullend € 135.000 beschikbaar te stellen om 3 wonen-boven-winkelprojecten in erfgoed in de binnenstad mogelijk te maken. Door inzet van gemeentelijk middelen kan ook een beroep worden gedaan op de provincie (koppelsubsidie), zodat een maximale multiplier conform de Puddingfabriek kan worden behaald. We zullen de behaalde resultaten in de loop van 2019 terugkoppelen en mogelijk een nieuw voorstel doen voor 2020.

Binnensportaccommodaties begroting 2019-2022
Er zijn structureel minder inkomsten, onder andere uit sportonderwijs door teruglopende leerlingenaantallen. Uit realisatiecijfers van de afgelopen jaren blijkt dat de lagere inkomsten met name zitten bij Drink 7 en Emmastraat 126.
De verwachting is dat door gestaffelde verhoging van tarieven de teruglopende inkomsten in de komende jaren deels gecompenseerd worden. Hoe snel en hoeveel is afhankelijk van de nog op te stellen sportvisie. Voor 2019 worden nog hogere onderhoudslasten verwacht voor het zwembad de Wisselslag.

BTW laag tariefverhoging
De verhoging van de btw van 6% naar 9% per 1 januari 2019 heeft voor de gemeente Venlo financiële effecten, daar waar we de btw niet uit het compensatiefonds of op aangifte kunnen terug vragen. Daar waar de btw voor de gemeente kostprijsverhogend is, zal de gemeente geconfronteerd worden met hogere kosten (109/106 = 2,83% meer kosten). Het gaat hierbij enkel om posten waarbij de gemeente eindgebruiker is.

Dividend Enexis
Bij de behandeling van de begroting 2018 – 2021 heeft u besloten onderzoek te doen naar de mogelijkheid tot verkoop van de aandelen Enexis Holding NV en is het dividend structureel afgeraamd. Aangezien er geen acceptabele biedingen op de aandelen zijn ontvangen is afgezien van verkoop. Het dividend wordt derhalve weer volledig opgenomen in de begroting. Bij de 1e begrotingswijziging 2018 is reeds 2/3 van het dividend terug opgenomen in de begroting. Dit betekent dat nu nog eens 1/3 van het dividend (€ 110.760) verwerkt kan worden in de begroting.

Parkeerhandhaving kostendekkendheid
Bij de verkoop van de parkeergarages is de taakstelling opgenomen voor parkeerhandhaving. De kostendekkendheid parkeerhandhaving is 70% . Dit betekent dat de kosten voor parkeerhandhaving voor 70% worden afgedekt door naheffingen op parkeren. De taakstelling heeft als doel toe te werken naar 100% kostendekkendheid.  
De taakstelling is niet realiseerbaar. Enerzijds door gemaakte beleidskeuzes zoals invoering blauwe zones waarvan inkomsten naheffing naar het Rijk gaan en het beleidsuitgangspunt "Gastvrij parkeren". Daarnaast ontbreken randvoorwaarden om deze mate van efficiency te  bereiken. Denk aan belparkeren, scanauto's.

Vervallen huuropbrengst AZC
Geraamde huuropbrengst AZC-terrein aan Weselseweg komt te vervallen in verband met het vertrek van het AZC (Asielzoekerscentrum).

E. Afwegingskader en oplossingsmaatregelen
Verwerking van bovenstaande begrotingsvoorstellen in het budgettair kader leidt in 2019 tot een beperkt begrotingstekort (saldo budgettair kader) en in de jaren 2020 en verder t0t een begrotingsoverschot. Deze begrotingsoverschotten ontstaan met name doordat bij vaststelling van de Kadernota 2019 de raad expliciet besloten heeft alle voordelen ten gunste te brengen van het eigen vermogen ter versterking van het weerstandsvermogen en de solvabiliteit. Om onze financiële positie verder te versterken zijn aanvullend bezuinigingsmaatregelen genomen (oplossingen).

In navolgende tabellen worden deze oplossingen per kwadrant toegelicht.

Bedragen x 1.000

2019

2020

2021

2022

Saldo budgettair kader

334

2.470

1.738

1.397

E

Oplossingen

4.834

3.795

4.786

4.354

Saldo na oplossingen

5.168

6.266

6.524

5.751

Bedragen x 1.000

Oplossingen kwadrant I Ambitie, Wettelijk

2019

2020

2021

2022

Reductie uitgaven minima-/armoedebeleid

100

100

100

Tijdelijke intensivering sociale recherce, voordeel besparing bijstand

400

200

200

200

Totaal oplossingen kwadrant I Ambitie, Wettelijk

400

300

300

300

Reductie uitgaven minima-/armoedebeleid
Wij stellen u - gegeven de stand van de conjunctuur en te maken inhoudelijke keuzes - een reductie voor van (voorzichtigheidshalve ingeschat) vanaf 2020 €100.000,- zonder, zoals reeds aangegeven, de solidariteit met de kwetsbaarste inwoners aan te tasten. Verwacht mag worden dat als gevolg van het toetreden tot betaald werk van een (relatief grotere groep inwoners) en de (te verwachten) inkomensontwikkeling als gevolg van de gunstigere vraag naar arbeid de (omvang) van (het aantal huishoudens met) armoedeproblematiek is afgenomen. Vergeleken met andere (centrum-)gemeenten lijkt er in Venlo sprake van een relatief ruimhartig minimabeleid, waarbinnen in financiële en beleidsmatige zin dus keuzes mogelijk zijn.

Er zal verder een gerichter en gedifferentieerder (dan nu het geval is) armoedebeleid moeten worden ontworpen, waarbij nog beter wordt aangesloten bij de specifieke kenmerken van afzonderlijke huishoudens. Wij nemen dit mee in het beleidsplan armoede.

Tijdelijke intensivering sociale recherche, voordeel besparing bijstand
Wij stellen voor om een tijdelijke formatieuitbreiding met betrekking tot handhaving sociale recherche (€110.000) te koppelen aan een reëel te verwachten besparing van minimaal €500.000  aan onrechtmatige uitkeringen. Per saldo derhalve €400.000. Te verwachten valt dat (vanwege de achterstand in de afwikkeling van dossiers) het resultaat in het eerste jaar het grootst zal zijn. Vandaar een netto-opbrengst van circa €400.000,- in het eerste jaar en €200.000,- in de jaren daarna.

Bedragen x 1.000

Oplossingen kwadrant II  Geen Prioriteit, Wettelijk

2019

2020

2021

2022

Minder ad-hoc herstelwerkzaamheden verharding en bermen

100

100

100

100

Minder onderhoud overige watertaken

25

25

25

25

Minder specifieke groenwerkzaamheden

75

OZB en rioolheffing

1.147

985

985

235

Reductie middelen arbeidsparticipatie

945

630

630

630

Totaal oplossingen kwadrant II  Geen Prioriteit, Wettelijk

2.292

1.740

1.740

990

Minder ad-hoc herstelwerkzaamheden verharding en bermen
Voorgesteld wordt minder ad-hoc herstelwerkzaamheden aan verharding (scheuren en gaten) en bermen uit te voeren. Herstel wordt pas meegenomen met groot onderhoud.

Minder onderhoud overige watertaken
Voorgesteld wordt om het onderhoud aan watergangen, hoogwatervoorzieningen, duikers, blusputten en blusvijvers te verminderen.

Minder specifieke groenwerkzaamheden
Voorgesteld wordt minder specifieke groenwerkzaamheden uit te voeren. Dit betekent geen omvorming van verharding naar openbaar groen i.h.k.v. klimaatadaptatie, minder aandacht voor bestrijding van invasie / niet inheemse soorten, geen bodembemesting voor bomen en geen bijdrages in projecten.

OZB en rioolheffing
Wij stellen u voor om voor de jaren 2019, 2020 en 2021 voor een bedrag van €750.000 de OZB-opbrengst te verhogen, onder gelijktijdig verlaging van de rioolheffing met een zelfde bedrag. Deze ingreep verloopt wat betreft het effect op het gemiddelde van de Venlose huishoudens mbt de gemeentelijke woonlasten budgettair neutraal. Voor de goede orde merken wij op dat er voor deze drie jaar (en daarmee dus tijdelijk) sprake zal zijn van (tijdelijk) hogere lasten voor woningeigenaren/verhuurders en (tijdelijk) lagere lasten voor huurders van woningen. Het effect op niet-woningen is eveneens tijdelijk.
Aanvullend stellen wij u voor om vanaf 2019 de OZB opbrengst voor niet-woningen structureel te verhogen met € 235.000 en incidenteel voor 2019 nog extra met € 162.000.

Reductie middelen arbeidsparticipatie
De economie draait volop, de arbeidsmarkt is zeer gespannen en toch lijkt Venlo ongeveer even veel middelen uit te geven aan arbeidsparticipatie dan in de economische recessie. Het budget voor arbeidsparticipatie is € 6,3 miljoen groot.  Voorgesteld wordt structureel 10% te besparen, wat leidt tot een bezuiniging van € 630.000. Daarnaast wordt in 2019 nog € 315.000 extra bespaard.
Dat vraagt van de organisatie dat ze binnen het participatiebeleid expliciete keuzes maakt en deze bestuurlijk voor legt. Een mogelijk (nog te onderzoeken) richting zou kunnen zijn om re-integratie naar werk voor een deel uit te besteden aan commerciële partijen, zoals uitzendbureaus. Voor de goede orde merken wij op dat de arbeidsparticipatiemiddelen tot het ‘financieel kader sociaal domein’ behoren (en dus al deel uitmaken van de opgave om daar evenwicht te bereiken).

Bedragen x 1.000

Oplossingen kwadrant III Ambitie, Niet wettelijk

2019

2020

2021

2022

Aframing organisatiebudget

270

Bezuiniging team Sportontwikkeling

50

50

50

50

Culturele activiteiten en projecten

60

60

60

Integriteit -50% in 2019

35

Service groen en service civiel

150

150

150

Sporttarieven 2018

200

300

300

Subsidie wijkraden

60

60

60

60

Temporiseren Omgevingswet

300

-300

Temporiseren onderhoud wegen, gebouwen, civiel etc.

400

-400

Totaal oplossingen kwadrant III Ambitie, Niet wettelijk

1.115

-180

620

620

Aframing organisatiebudget
Gegeven de begrotingsdruk het organisatiebudget van de directie in 2019 eenmalig met €270.000 af te romen. Uit dit budget worden de kosten gedekt die samenhangen met de directievoering van onze organisatie.

Bezuiniging team Sportontwikkeling
Binnen het team is intern de target om vanaf 2019 een bedrag van € 50.000 extern te werven voor beweeg- en sportprojecten.
Mocht het bedrag van €50.000 niet volledig uit de markt gehaald kunnen worden, dan neemt het team de consequentie dat de betreffende projecten of minder snel uitgevoerd kunnen worden of op een kwalitatief minder niveau.

Culturele activiteiten en projecten
Wij stellen u voor om de gemeentelijke bijdragen aan culturele projecten en activiteiten vanaf 2020 te verlagen met € 60.000,-.

Integriteit - 50% in 2019
Wij stellen uw raad voor de ambitie op integriteit in 2019 met 50% te reduceren.

Service groen en service civiel
Bezuiniging, €150.000 vanaf 2020,  ten aanzien van het onderhoud mbt worteldruk (boomwortels), hanging baskets en geraniums.

Sporttarieven 2018
De gemeentelijke sporttarieven voor verenigingen en particulieren zijn buiten de jaarlijkse indexering de laatste 6 jaar niet meer gewijzigd. Om te komen tot een transparante en eenduidige tarifering is het ook van belang de huidige tarieven te vergelijken met gemeenten uit de regio en gemeenten van vergelijkbare grootte. Een kostprijs georiënteerd tarievenstelsel sluit het beste aan om tot transparantie en eenduidigheid te komen. In het voorstel wordt balans gevonden tussen binnensport- en buitensporttarieven, waarbij vanaf 2020 het tarief groeit naar een kostendekkingspercentage van 17,5% en oplopend naar 20% vanaf augustus 2021.

Subsidie wijkraden
Dit betreft het verlagen van subsidie aan  wijkraden. Het gaat hier om een verlaging van de subsidie vergaderkosten met 50%.

Temporiseren omgevingswet
Voor 2019 de implementatie van de Omgevingswet voor een bedrag van € 300.000,- te temporiseren en deze middelen in 2020 opnieuw beschikbaar stellen. In overleg met de projectorganisatie wordt deze temporisering mogelijk geacht.

Temporiseren onderhoud wegen, gebouwen, civiel etc.
Voor wat betreft het totale onderhoud inzake wegen, gebouwen, civiel mede in relatie tot de stand van de voorzieningen te temporiseren naar 2020 voor een bedrag van € 0,4 miljoen. Per saldo blijft hetzelfde bedrag voor onderhoud in de (meerjaren)begroting beschikbaar. Dit voorstel te koppelen aan de in de begroting door u beschikbaar gehouden buffer ad € 1,5 miljoen, na amendering,  gemeentefonds. Gezien alle onzekerheden en de substantiële opgaves is deze buffer opgenomen in de gemeentelijke exploitatie alvorens deze daadwerkelijke toe te voegen aan het vermogen. Enkel en alleen als het in de praktijk leidt tot gevaarlijke c.q. onoverkomelijke situaties kan hiertoe een voorstel worden gedaan.

Bedragen x 1.000

Oplossingen kwadrant IV Geen ambitie, Niet wettelijk

2019

2020

2021

2022

Afromen reserve Kennisinfrastructuur

120

Afromen reserve Parkeerfonds

90

Afschaffen amateurcultuur en –sportsubsidies

162

304

589

Bezuiniging organisatie, als gevolg van opgenomen beleidsinhoudelijke voorstellen

250

600

850

1.100

Bijstellen budget stedelijk centrum

40

40

40

40

Heroverwegen restantkrediet Veilige Schoolomgeving

14

14

14

13

Kunstencentrum, reductie subsidie

222

222

222

Museum Bommel van Dam subsidie 2019 en 2020

250

100

Schrappen project Fietsen langs Maas

56

55

54

Sluiting zwembad De Wisselslag

400

400

400

Taakstelling zwembad

-210

-210

-210

-210

Temporisering verlaging hondenbelasting

90

90

90

Verlaging onderhoudskosten bluswatervoorzieningen

40

40

40

40

Verminderen budget ambitiedocument Venlo Circulaire Hotspot

100

100

Vermindering budget acquisitie

50

50

50

50

Vermindering budget Toerisme langs de Maas

128

121

121

-4

Vrijval reserve Toeristisch Actieprogramma

65

Wijkgericht werken

150

150

150

Totaal oplossingen kwadrant IV Geen ambitie, Niet wettelijk

1.027

1.935

2.126

2.444

Afromen reserve Kennisinfrastructuur
Het aantal verplichtingen en concrete nieuwe ontwikkelingen binnen de reserve kennisinfrastructuur (waaronder subsidie HAS) geeft op dit moment ruimte om deze reserve eenmalig met voorgesteld bedrag af te romen. Dit betekent wel dat er voor eventuele onvoorziene nieuwe ontwikkelingen minder budgettaire ruimte is.

Afromen reserve Parkeerfonds
Het parkeerfonds heeft als insteek om samen met ondernemers flankerende maatregelen/projecten in de binnenstad te financieren. Op dit moment liggen er geen concrete projecten meer voor. Schrappen van het fonds betekent dat voor de komende jaren er uit deze reserve geen initiatieven meer kunnen worden gehonoreerd.
Subsidies vrijetijdsbeoefening
De gemeente Venlo laat de verantwoordelijkheid voor vrijetijdsbeoefening ten dele los en bouwt meerjarig geleidelijk deze subsidies af. Indien dit leidt tot contributieverhogingen dan is er voor de doelgroep van het sociaal beleid de mogelijkheid een beroep te doen op het cultuur- of op het sportfonds. Concreet betekent dit een reductie van de subsidies van € 162.000 in 2020, oplopend naar € 304.000 in 2021 en € 589.000 in 2022 en later. Concernbreed zal het subsidiebeleid herijkt worden. In de loop van 2019 zullen wij met een voorstel komen.

Bezuiniging organisatie, als gevolg van opgenomen beleidsinhoudelijke voorstellen
Door beleidsinhoudelijke keuzes te maken, kunnen wij de kosten voor de gemeentelijke organisatie  verlagen. Dat betekent een oplopende reeks van bezuinigingen op de organisatie van € 250.000 in 2019. € 600.000,- in 2020, € 850.000,- in 2021 en €1.100.000,- structureel met ingang van 2022. Deze bezuiniging zal worden gerealiseerd door maatregelen o.a. op het gebied van huisvesting en vermindering van directe en indirecte personeelslasten. Hierbij wordt de relatie gelegd met de resultaten van de gemeentebrede formatiescan en de scan op de omvang van de overhead

Bijstellen budget stedelijk centrum
Voor de komende jaren zijn voor het stedelijk centrum geen grote herijkingen van bestaande visies voorzien.

Heroverwegen restantkrediet Veilige Schoolomgeving
Door het vervallen van dit krediet kan geen invulling worden gegeven aan afspraken over verkeerseducatie of worden ingezet voor bredere activiteiten in het kader van mobiliteit en Trendsportal. Deze kredietmutatie zal via de Finrap 2018 verwerkt worden.

Kunstencentrum, reductie subsidie
Wij stellen u voor om de subsidie van Kunstencentrum vanaf 2020 met circa 25% te verlagen.

Museum Bommel van Dam subsidie 2019 en 2020
Het subsidiebudget voor Museum van Bommel van Dam is door de gemeenteraad vastgesteld op jaarlijks € 1.000.000,- (‘voor een miljoen moet je het doen!’). Volgens de onderliggende berekeningen is voor het museum in de nieuwe huisvesting meer budget nodig, omdat op de locatie van het voormalige postkantoor meer m2 geprogrammeerd moeten worden. Dit zal het museum zelf uit de markt moeten halen door meer bezoekers te trekken en meer eigen inkomsten te genereren, o.a. uit fondswerving en sponsoring. Dat is echter pas aan de orde vanaf het moment dat het museum over de nieuwe huisvesting kan beschikken. Naar het zich laat aanzien zal 2021 pas het eerste volledige jaar worden dat het museum zich in de nieuwe huisvesting manifesteert. Tot die tijd wordt met een kleine interim-organisatie een tijdelijk programma georganiseerd op wisselende locaties (pop-up museum). Omdat het museum op dit moment geen kosten maakt voor een (vast) gebouw en er gewerkt wordt met een afgeslankte tijdelijke organisatie, liggen de kosten voor de jaren 2019 en 2020 lager dan het beschikbare budget van € 1 miljoen. Dit biedt niet alleen de mogelijkheid om een weerstandsreserve op te bouwen, maar ook budget vrij te spelen voor te maken kosten voor de museale inrichting en voor verhuizing van de collectie (gehele collectie kan worden ondergebracht in nieuwe depotvoorziening in het voormalige postkantoor). Door scherp te begroten zijn er aanvullend mogelijkheden nog een bedrag vrij te spelen als bijdrage aan de algemene dienst. Hierbij gaat om een bedrag van in totaal € 350.000, verdeeld over de jaren 2019 (€ 250.000) en 2020 (€ 100.000).

Schrappen project Fietsen langs Maas
De provincie heeft voor het project Fietsen langs de Maas een subsidievariant voorgesteld met een snelfietsroute waarbij € 400.000  bespaard kan worden op het project vanaf 2020.

Sluiting zwembad de Wisselslag
Taakstelling zwembad
De Wisselslag kent een dermate slechte technische staat dat nieuwe investeringen in deze voorziening als economisch onverantwoord moeten worden beschouwd. Gegeven de investeringen die er in de loop van de jaren zijn gedaan om het bad open te houden resteert er nog een substantiële boekwaarde van €1,2 miljoen. De werkelijke waarde, exclusief de waarde van de grond, is te beschouwen als nihil. Sluiting en sloop leidt tot éénmalige kosten van € 1,5 miljoen. Instandhouding daarentegen leidt tot noodzakelijke nieuwe kosten die niet begroot zijn.
Wij stellen daarom voor om vanaf 2020 het zwembad te sluiten. Eventuele opbrengsten als gevolg van mogelijke planontwikkeling op de vrijkomende grond dienen nog te worden onderzocht. In de risicoparagraaf nemen we daarom een risico op van 75% van de huidige boekwaarde en sloopkosten.
Sluiten in het jaar 2020 betekent een besparing van €400.000,- vanaf 2020. Een deel van het zwembadpersoneel kan ingezet worden bij beheer- en onderhoudstaken, bij een zelfde reductie van dit bedrag voor aanbesteding bij derden. Daarnaast resteert er €330.000,- aan loonkosten welke niet op deze wijze binnen de organisatie kunnen worden verschoven. Afhankelijk van de uitstroom van dit personeel naar andere taken binnen of buiten de organisatie is ook hier de komende jaren een verdere reductie van kosten te verwachten. Sluiting heeft ook gevolgen voor het buitenzwembad daar het buitenzwembad gebruik maakt van de installaties van het binnenbad.
Indien u van mening bent dat nieuwbouw gewenst is, dan zal er een daartoe strekkend voorstel worden gedaan bij de begroting 2020, waarvoor op dat moment aanvullende middelen gezocht moeten worden. Sluiting van De Wisselslag zou in dat geval mogelijk gelijk kunnen opgaan met de realisatie van nieuwbouw. Graag willen we een uitspraak van de gemeenteraad over de toekomst van het zwembad en een richting betreffende mogelijke nieuwbouw, de bekostiging daarvan, eigenaarsvorm en eventuele samenwerkingsconstructie(s). Daarvoor komen we met een separaat voorstel. 
Op dit ogenblik rust er nog een niet gerealiseerde taakstelling van €210.000,- op dit product, in relatie tot de voorgenomen nieuwbouw, welke eerst in regionaal verband en vervolgens op het kazerneterrein zou plaats vinden. Deze ontwikkelingen hebben geen doorgang gevonden, waardoor deze taakstelling als niet realiseerbaar zou moeten worden afgeboekt.

Temporisering verlaging hondenbelasting
Bij de vaststelling van de programmabegroting 2018-2021 heeft de gemeenteraad -bij amendement- besloten om de opbrengst uit de hondenbelasting in vier stappen van € 900.000 te verlagen met € 360.000 structureel. In 2018 is daarvan inmiddels ¤ 90.000 gerealiseerd. Gegeven de financiële situatie adviseren wij om deze daling met één jaar te vertragen. Dit betekent dat in de jaren 2019, 2020 en 2021 het begrotingssaldo eenmalig met € 90.000 verbetert en de beoogde reductie van € 360.000 dus niet in 2021, maar een jaar later in 2022 wordt bereikt.

Verlaging onderhoudskosten bluswatervoorzieningen
Naar aanleiding van een negatieve prognose in de VORAP 2018, zijn bijsturingsmaatregelen binnen Openbare Ruimte opgesteld. Bijsturing kan bestaan uit de structureel voor € 40.000 lagere onderhoudskosten aan blusvoorzieningen n.a.v. nieuwe onderhoudsovereenkomst. De bluswatervoorzieningen zijn onderdeel van product Beheer Water.

Verminderen budget ambitiedocument Venlo Circulaire Hotspot
Voorgesteld wordt de ambities uit het document Venlo Circulaire Hotspot bij te stellen. Dit betekent:

  • Minder inzet ten behoeve van de energietransitie.
  • Bijstellen van de facilitering EDB op terrein van Circular and Beyond.

Vooralsnog is deze bijstelling taakstellend omdat het uitvoeringsprogramma nog moet worden afgerond. De effecten worden inzichtelijk bij het vaststellen van uitvoeringsprogramma. Vooralsnog wordt de bijstelling voorgesteld voor 2 jaar.

Vermindering budget acquisitie
Mits  scherpe keuzes gemaakt worden met betrekking tot de activiteiten die in het kader van het marketingplan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met betrekking tot deelname aan internationale beurzen of het aantrekken van events gericht op promotie van Venlo, kan een deel van dit budget worden afgeroomd.

Vermindering budget Toerisme langs de Maas
Extra activiteiten gericht op versterking toerisme langs de maas worden niet meer uitgevoerd.

Vrijval reserve Toeristisch Actieprogramma
De bestemmingsreserve “Toeristisch recreatief actieprogramma” is in 2015 ingesteld om ervoor zorg tw dragen dat toeristische impulsprojecten met een aanzienlijke voorbereidings- c.q. haalbaarheidsfase en een lange doorlooptijd doorgang kunnen vinden zonder dat impulsprojecten voor een nieuwe begrotingsjaar in het gedrang zouden komen. Meer concreet betrof het de bereidheid om bij te dragen aan de verplaatsing van het weerstation Arcen. In de afgelopen periode is gebleken dat het weerstation Arcen onderdeel blijft uitmaken van het KNMI-netwerk en er voorlopig geen sprake is van sluiting. Tevens wordt een mogelijke verplaatsing niet op korte termijn verwacht.

Daarmee vervalt de noodzaak om deze bestemmingsreserve langer in stand te houden. De jaarlijkse begrotingspost “Toeristisch Recreatief ActieProgramma” biedt voldoende ruimte om nieuwe toeristische impulsprojecten te kunnen ondersteunen. Derhalve wordt voorgesteld  de bestemmingsreserve te laten vrijvallen.

Wijkgericht werken
Het budget voor wijkgericht werken á € 400.000,- is beschikbaar gesteld om op basis van klachten en meldingen op wijk- en buurtniveau aanpassingen te doen in de openbare ruimte. Wij stellen u voor om  de uitgaven voor beheer civiel, beheer groen en beheer verkeer vanaf 2020 per saldo met € 150.000,-  te laten dalen. Dat betekent dat er vanaf 2020 € 250.000,- beschikbaar is om op wijk- en buurtniveau aanpassingen te doen in de directe leefomgeving.

F. Bijstelling toevoeging (weerstands)vermogen
De voorgestelde oplossingen leiden tot het saldo na oplossingen in onderstaande tabel.

Bedragen x 1.000

2019

2020

2021

2022

Saldo na oplossingen

5.168

6.266

6.524

5.751

F

Bijstelling toevoeging (weerstands)vermogen

-5.168

-6.266

-6.524

-5.751

Saldo programmabegroting

0

0

0

0

Bij vaststelling van de Kadernota 2019 heeft de raad expliciet besloten alle voordelen ten gunste te brengen van het eigen vermogen. Dit leidt tot een verhoging van het weerstandsvermogen en de solvabiliteit.