Begroting 2019 - 2022

Programma 12 Algemene middelen

Wat gaan we daarvoor doen?

Voor 2018 heeft de provincie geconcludeerd dat we blijven vallen onder het standaard, repressief toezicht. Gezien de financiële situatie is dit geen vanzelfsprekendheid. Op basis van de substantiële verslechtering van onze financiële positie zijn wij vorig jaar intensiever dan gebruikelijk in gesprek gegaan met de  provinciaal toezichthouder  inzake de ontstane situatie en de aanpak die wij voorstaan. De huidige financiële positie blijft voor ons aanleiding om in gesprek te blijven met de provinciaal toezichthouder inzake de maatregelen die wij voorstaan inzake de verbetering van de financiële positie.

In 2019 worden de richtinggevende uitspraken zoals verwoord in het coalitieakkoord onder 'aanscherping en aanvullende financiële spelregels' verder uitgewerkt en geformaliseerd. Dit wordt verankerd in het financieel beleids- en beheersinstrumentarium. De te verscherpen en aanvullende spelregels dienen de toets van het provinciaal toezicht te doorstaan.

Materieel en structureel sluitende (meerjaren)begroting

  • Structurele uitgaven worden gedekt door structurele inkomsten;
  • Realiseren van de voorgenomen concrete bezuinigings- en bijsturingsmaatregelen in alle programma’s van de begroting;
  • De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn algemeen dekkingsmiddel;
  • Specifieke rijksbezuinigingen worden doorgezet naar de doelgroep of gemeenschap, er vindt in principe geen ‘reparatie’ plaats uit de algemene middelen;
  • Specifiek toe te rekenen bezuinigingen en efficiencykortingen welke concreet het gevolg zijn van taakmutaties worden financieel doorvertaald ten laste van de beleidsposten in de begroting;
  • Indien het Rijk bezuinigingen en efficiencykortingen terugdraait dan worden deze ‘teruggegeven’ aan het betreffende beleidsterrein;
  • Toepassing van de budgettaire spelregels;
  • Tijdig anticiperen op (niet voorziene) financiële implicaties door het tijdig en concreet bijsturen i.c. door het treffen van (beleidsinhoudelijke) maatregelen. Tegenvallers worden in principe binnen het eigen programma opgelost;
  • Verwerving derde geldstromen als onderdeel van de financiële strategie. De middelen worden, voor zover mogelijk, eerst ingezet voor projecten en activiteiten die al in de begroting voorzien zijn. De vrijvallende middelen worden eerst toegevoegd aan de algemene middelen.

Het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico’s, waarbij de risicobereidheid is: “Venlo is geen risicomijdende gemeente”

  • Monitoren van de bestaande risico’s en identificeren van nieuwe risico’s;
  • Toetsing van de effectiviteit van de genomen risicostrategie en bijstellen hiervan;
  • Het concreet (stapsgewijs) aanvullen van de weerstandscapaciteit indien de (meerjarige) weerstandsratio onder de 1,0 komt;
  • Het jaarlijks in de begroting opnemen van de post onvoorzien van € 0,5 miljoen en separaat inzichtelijk maken van de kosten die hieruit betaald worden;
  • Binnen 4 jaar te komen tot een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,0.
  • Stapsgewijs verbeteren van de solvabiliteitsratio. De door de raad vastgestelde streefwaarde van de solvabiliteitsratio bedraagt ≥ 20%.
  • Hiertoe worden alle (structurele en incidentele) meevallers aan zowel de lasten- als de batenkant  ingezet (realisatie van minder lasten of meer baten zonder dat daar een beleidswijziging of extra inspanning tegenover heeft gestaan).

De (meerjaren)begroting is voldoende wendbaar om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen

  • Sturing is gericht op het hebben van een structureel positieve exploitatieruimte;
  • Het creëren van begrotingsoverschotten voor verbetering van het vermogen;
  • Het monitoren en gericht sturen op en het niet overschrijden van het kapitaallastenplafond;
  • Implementeren van een adequaat systeem tot het realtime inzichtelijk houden van de structurele exploitatieruimte;
  • Bijdrage leveren aan de landelijke lobby en discussie tot flexibilisering van inkomstenbronnen en herziening van de financiële verhoudingen Rijk - gemeenten;

De schuldpositie van de gemeente bevindt zich op een acceptabel niveau

  • Het eerst aanwenden van de (interne) beschikbare financieringsmiddelen voordat nieuwe leningen worden aangetrokken;
  • Niet overschrijden van het kapitaallastenplafond;
  • Het behoudend verstrekken van leningen en garanties aan derden.
  • Het voeren van een actief liquiditeitenbeheer en uitvoeren van liquiditeitenprognoses;