Begroting 2019 - 2022

Uiteenzetting van de financiële positie

Algemene conclusie financiële positie

Inleiding
De financiële positie speelt een belangrijke rol om een goede en integrale afweging te kunnen maken over de te varen koers op de korte, maar vooral op de (middel)lange termijn. De  financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijk rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te maken voor de (middel)lange termijn. Afwegingen waarbij de beantwoording van de 3 W-vragen: wat willen we bereiken? wat gaan we daarvoor doen? wat mag het kosten? afgezet worden ten opzichte van de impact op de financiële positie. Wij zijn van mening dat enkel beantwoording van deze 3 W - vragen leidt tot onvoldoende scherpe afwegingen en hebben er daarom de volgende 3 w - vragen aan toegevoegd: wie en hoe gaan we het betalen? Waarom doen we het? Wat als we het niet doen? De beantwoording van de 6 W - vragen betrekken wij nadrukkelijk bij onze afwegingen.  

Ontwikkelingen
Bij de start van deze bestuursperiode is de financiële positie zorgelijk en complex. De afgelopen jaren zijn we geconfronteerd met forse tekorten op de jaarrekening. Het eigen vermogen is de afgelopen jaren gedaald met € 80 miljoen waarvan de laatste 4 jaar met ongeveer € 40 miljoen. De provinciaal toezichthouder, de accountant en de auditcommissie van uw gemeenteraad hebben de ontstane situatie op dezelfde wijze beoordeeld. De aanpak van de financiële positie, de verbetering en concretisering hiervan is een speerpunt vanuit het coalitieakkoord 'Samen Venlo veranderen'. Een speerpunt waarbij vorm en inhoud wordt gegeven aan maatregelen om te komen tot een duurzaam gezonde financiële huishouding. In de kadernota heeft u hiertoe nadrukkelijk de volgende expliciete aanscherpingen meegegeven:
- Een meerjarig realistisch sluitende begroting
- Verbetering van de financiële ratio's, waaronder de weerstandsratio > 1,0 binnen  4 jaar en een stappenplan ter verbetering van de solvabiliteitsratio:
a. waarbij alle voordelen ten goede komen aan het eigen vermogen;
b. waarbij maximaal wordt ingezet op sturing en vermindering van risico's;
c. waarbij het college wordt opdragen om tegen deze achtergrond een analyse uit te voeren en voorstellen te doen als bedoeld onder b.;
d. waarbij rente wordt toegevoegd aan het vermogen in plaats van ingezet ten gunste van de exploitatie;
e. waarbij ook projecten met een hoog risicoprofiel ter heroverweging kunnen worden aangeboden;

Wij hebben in deze begroting hiertoe verder vorm en inhoud gegeven  door niet meer te werken met niet realistische taakstellingen maar met concrete maatregelen waarbij wordt uitgegaan van voorzichtige en behoudende scenario's. Mogelijke financiële verliezen in  een vroeg stadium doorberekenen in de uitgangspunten van de financiële positie en mogelijke voordelen af te wachten en te realiseren alvorens deze door te berekenen in de uitgangspunten van de financiële positie.

Kazernekwartier
In 2019 zal er meer duidelijkheid zijn  over de samenwerking met Fort van Venlo Vastgoed BV (FvV).  Op basis daarvan wordt de herontwikkeling van het Kazernekwartier verder opgepakt. In verband met de huidige onduidelijkheden in de ontwikkeling van het Kazernekwartier is in de begroting 2019 rekening gehouden met een verhoging van het risicoprofiel van de grondexploitatie Kazernekwartier met € 5 miljoen.  Eventuele alternatieve afspraken met FvV kunnen in de jaarrekening 2018 wellicht noodzaken tot een verlaging van de boekwaarde van de grondexploitatie Kazernekwartier; een  afboeking vergroot de haalbaarheid hiervan. Voorzichtigheidshalve wordt bij de financiële uitgangspositie van deze begroting 2019 rekening gehouden met een mogelijk scenario van afboeking van € 11 miljoen. De afschrijving van de €11 miljoen heeft geen invloed op de bezuinigingen in de begroting, maar gaat wel ten laste van onze solvabiliteit die gaat hiermede omlaag.

'Tekortfonds gemeenten sociaal domein'
Wij hebben u op 17 september 2018 geïnformeerd (Raadsinformatiebrief 2018-105) dat wij een aanvraag hebben ingediend voor een bijdrage uit het Fonds tekortgemeenten sociaal domein. Op basis van deze aanvraag is het mogelijk dat wij een bijdrage kunnen ontvangen uit dit fonds. Mocht deze aanvraag leiden tot een uitkering dan wordt deze rechtstreeks toegevoegd aan het (weerstands)vermogen. In de uitgangspunten van onze financiële positie hebben wij uiteraard geen rekening gehouden met een mogelijke bijdrage uit dit fonds.

In deze begroting treft u naar onze mening een evenwichtig pakket aan voorstellen aan om de eerste stappen te zetten naar een voorzichtige verbetering van de financiële positie.

Beoordeling financiële positie
De beoordeling van de financiële positie vindt plaats op basis van de door u vastgestelde strategische en tactische doelstellingen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De beoordeling van de financiële positie vindt plaats op basis van de door u vastgestelde strategische en tactische doelstellingen. strategische doelstelling is Duurzaam gezonde financiële huishouding en de tactische doelstellingen zijn :1. sluitende begroting2. voldoende weerstandscapaciteit3. wendbare begroting4. acceptabele schuld

De tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meer kengetallen.
Deze kengetallen - inclusief een analyse en beoordeling - worden uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (kengetallen financiële positie) en in de paragraaf financiering. In deze paragraaf zullen de belangrijkste conclusies worden weergegeven.

Sluitende begroting
De doelstelling is een structureel sluitende (meerjaren)begroting. Door het nemen van,  en op onderdelen in maatschappelijke zin pijnlijke maatregelen, zijn wij erin geslaagd om een structureel sluitende begroting te presenteren.  Hierbij is rekening gehouden met het toevoegen van middelen aan het (weerstands)vermogen op basis van de door u vastgestelde uitgangspunten. Belangrijke onderdelen hiervan zijn de beleidswijziging dat rente uit het vermogen wordt toegevoegd aan het vermogen zelf in plaats van de exploitatie en dat voordelen niet bijdragen aan de budgettaire opgave maar toegevoegd worden aan het (weerstands)vermogen.  

In de (gewijzigde) begroting 2018- 2021 heeft u reeds besloten 'begrotingsoverschotten'  toe te voegen ter versterking van het (weerstands)vermogen. In het tweede deel van onderstaande tabel is te zien hoeveel in totaal wordt toegevoegd.

Bedragen x 1.000

2019

2020

2021

2022

Baten

417.062

414.589

408.377

416.365

Lasten

416.727

412.118

406.639

414.969

Oplossingen

4.834

3.795

4.786

4.354

Bijstelling mutatie weerstandsvermogen

-5.168

-6.266

-6.524

-5.751

Begrotingsresultaat

0

0

0

0

Bedragen x 1.000

2019

2020

2021

2022

Mutatie weerstandsvermogen voor begroting

114

1.330

1.473

1.473

Bijstelling mutatie weerstandsvermogen

5.168

6.266

6.524

5.751

Mutatie weerstandsvermogen na begroting

5.283

7.596

7.997

7.224

De totale bijstelling van de toevoeging aan het weerstandsvermogen bestaat uit een aantal afzonderlijke posten. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Toevoegingen aan het weerstandsvermogen

Bedragen x € 1.000

2019

2020

2021

2022

Mutatie weerstandsvermogen, zie begroting 2018

-573

519

813

Raadsbesluit 2017 (1e begrotingswijziging)

702

811

660

Amendement dekking invoeringstempo C2C (1e begr.wijziging)

-15

Versterking weerstandsvermogen conform kadernota

1.473

Surplus taakstelling inflatie

150

146

141

136

Raadsvoorstel GRP

128

111

87

87

Structureel voordeel prognose

274

274

274

274

Bespaarde rente toevoegen aan algemene reserve

1.352

1.441

1.661

1.882

Correctie hoogconjunctuur straatparkeren

-72

-72

-72

-72

Actualisatie kapitaallasten 2019-2023

1.462

2.378

1.811

1.137

BUIG

900

900

900

900

Areaaluitbreiding - 2019

650

650

650

650

Dividend Enexis

111

111

111

111

Ontwikkelingen binnen de vastgoedportefeuille

52

52

52

52

Reisdocumentendip 2019-2024

52

26

49

20

Verlaging onderhoudskosten bluswatervoorzieningen

40

40

40

40

Actualisatie begroting WerkgeversServicePunt

40

40

40

40

Correctie afgesloten budgetten

14

14

14

14

Meeropbrengt door het voeren van externe administraties

12

12

12

12

Doorschuiven investeringen ondertunneling Vierpaardjes met één jaar

450

Begrotingsresultaat na bezuinigingsmaatregelen

4

144

754

19

Bijstelling mutatie weerstandsvermogen

5.168

6.266

6.524

5.751

Eindstand toevoeging weerstandsvermogen*

5.283

7.596

7.997

7.224

* Indien akkoord met verwerking mutaties

De negatieve structurele exploitatieruimte in 2018 is omgebogen naar een positieve structurele exploitatieruimte van rond de 1% (2019: 1,2%, 2022: 1,1%). De structurele exploitatieruimte begeeft zich hierbij boven de streefwaarde van ≥ 0%. Belangrijk aandachtspunt is dat de in de begroting opgenomen structurele (bijsturings)- maatregelen daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden. Het tijdig anticiperen hierop is een absolute must.

Voldoende weerstandscapaciteit
De doelstelling is het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn".  De ratio weerstandsvermogen zal in 2019 naar verwachting niet boven de 1 uitkomen (0,82), waarbij 2020 zich bevindt op 1,0. De streefwaarde bedraagt ≥ 1,0. Conclusie is dat onze gemeente in 2019 nog niet over voldoende weerstandscapaciteit beschikt in relatie tot het risicoprofiel van de gemeente.

De solvabiliteitsratio lijkt het absolute dieptepunt te hebben aangetikt waarbij wij een voorzichtige trend naar boven voorzien van 9% in 2019 naar 14% in 2022.  Dit is nog altijd substantieel onder de streefwaarde van ≥ 20% en ver onder het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de grote gemeenten. Voor 2016 waren deze percentages respectievelijk 35% (landelijk gemiddelde) en 28% (grote gemeenten). In onderstaande grafiek wordt dit gevisualiseerd (waarbij opgemerkt wordt dat de waarde van het landelijk gemiddelde en grote gemeenten voor 2016 wordt doorgetrokken als referentiewaarde).

In deze grafiek wordt gevisualiseerd dat de solvabiliteitsratio het absolute dieptepunt lijkt te hebben aangetikt waarbij wij een voorzichtige trend naar boven voorzien van 9% in 2019 naar 14% in 2022.  Dit is nog altijd substantieel onder de streefwaarde van ≥ 20% en ver onder het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de grote gemeenten. Voor 2016 waren deze percentages respectievelijk 35% (landelijk gemiddelde) en 28% (grote gemeenten). Opgemerkt wordt dat de waarde van het landelijk gemiddelde en grote gemeenten voor 2016 wordt doorgetrokken als referentiewaarde).

De verbetering van beide kengetallen wordt voornamelijk veroorzaakt door de toevoegingen aan het (weerstands)vermogen door toepassing van de door u vastgestelde uitgangspunten.   

Wendbare begroting
Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is nagenoeg in omvang gelijk gebleven, hetgeen betekent dat de begroting op termijn met een zelfde bedrag aan rente en afschrijvingen belast kan worden dan in de begroting 2018 - 2021 voorzien.

De negatieve exploitatieruimte 2018 wordt omgebogen naar een positieve structurele exploitatieruimte van rond de 1% (2019: 1,2%, 2022: 1,1%). De structurele exploitatieruimte begeeft zich hierbij boven de streefwaarde van ≥ 0%. Dit betekent dat op de lange termijn, nadat de financiële positie op orde is, geanticipeerd kan worden op nieuwe ontwikkelingen.

De belastingcapaciteit bedraagt in 2019 104,4% en bevindt zich onder de door u vastgestelde streefwaarde van ≤ 105%.  Voor 2020 en verder is de verwachting dat deze de streefwaarde overstijgt als gevolg van de stijging in de kosten van de afvalstoffenheffing.

Acceptabele schuld
De doelstelling is dat de schuldpositie van de gemeente Venlo zich op een acceptabel niveau bevindt. De schuldquotes laten de komende jaren een daling zien, mede als gevolg van de ingezette koers, en bevinden zich binnen de streefwaarden. De netto schuldquote gaat van 85% naar 77% (streefwaarde < 130%). De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen beweegt zich van 77% naar 69% in 2022 (streefwaarde < 100%). De schuldquotes zijn hiermee lager dan in de begroting 2018 - 2021 voorzien. Dit wordt mede veroorzaakt door de toevoegingen aan het vermogen en het kritisch en terughoudend beoordelen van nieuwe investeringen waardoor minder financieringsmiddelen noodzakelijk zijn.

De netto schuld gecorrigeerd voor verstrekte leningen per inwoner van € 3.141 voor 2019 is nog altijd relatief hoog ten opzichte van het landelijk gemiddelde en boven het gemiddelde van referentiegemeenten van 2016 van respectievelijk € 1.903 en € 2.469.  

Conclusie
Bij de start van deze bestuursperiode is de financiële positie zorgelijk en complex. De afgelopen jaren zijn we geconfronteerd met forse tekorten op de jaarrekening. Het eigen vermogen is de afgelopen jaren gedaald met € 80 miljoen waarvan de laatste 4 jaar met ongeveer € 40 miljoen. Op basis van de door u vastgestelde uitgangspunten en de in maatschappelijke zin pijnlijke bezuinigingsmaatregelen is de verwachting dat we het dieptepunt hebben aangetikt. In deze begroting presenteren wij een reëel en structureel sluitende begroting waarbij een 'voorzichtige' trend naar boven wordt ingezet voor wat betreft de  verbetering van ons (weerstands)vermogen. Een begroting die naar onze overtuiging voldoet aan de door u vastgestelde koers en kaders.

De solvabiliteitsratio bevindt zich naar verwachting ook in 2022 (14%) nog altijd substantieel onder de streefwaarde van ≥ 20% en ver onder het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de grote gemeenten (resp. 35% en 28% voor 2016). Dit betekent dat de ingezette koers ook op de (middel)lange termijn noodzakelijk blijft.

De begroting is de start, het daadwerkelijk effectueren van de in gang gezette maatregelen is het vervolg. Strakke sturing, het voeren van een stringent begrotingsbeleid en toepassing van de door u vastgestelde 'spelregels' blijven randvoorwaardelijk om binnen de door u vast te stellen financiële kaders te blijven.  Een flinke en majeure uitdaging die wij als college graag en met vertrouwen ter hand nemen. Maar ook een uitdaging waar wij uw raad keihard bij nodig blijven hebben.  Verbetering van de financiële positie treedt pas op indien we er ook daadwerkelijk in slagen de voornemens om te zetten in harde resultaten.

In 2019 zullen wij de in het coalitieakkoord verwoorde aanscherping van de 'spelregels', voor zover nog niet geconcretiseerd,  verder vorm en inhoud geven.

Het is belangrijk dat kostenbewustzijn en de 'sense of urgency' vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen. Dat we tijdig anticiperen op (niet voorziene) financiële implicaties door het tijdig en concreet bijsturen i.c. door het treffen van (beleidsinhoudelijke) maatregelen. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de organisatie, ons college en uw raad.

De huidige financiële positie blijft voor ons aanleiding om in gesprek te blijven met de provinciaal toezichthouder inzake de maatregelen die wij voorstaan inzake de verbetering van de financiële positie.